Bijbelrooster

Kind op Maandag

In deze periode lezen we verhalen uit het boek Genesis. Jakob krijgt van zijn oudere broer Esau het eerstgeboorterecht in ruil voor een kop soep. Hij krijgt de zegen, maar moet daarna vluchten. Vele jaren later komt hij terug met een grote familie en verzoenen de broers zich met elkaar. Jakob krijgt een nieuwe naam: Israël.

Week 36 (01/09 – 05/09) Wat is mijn plek? – Genesis 25:19-34 en 27:1-45
Esau en Jakob zijn broers. De oudste broer Esau ruilt zijn eerstgeboorterecht in voor een kop soep. Later, als hun vader Isaak oud is, krijgt Jakob de zegen in plaats van zijn broer. Wat is hun plek in het gezin?

Week 37 (08/09 – 12/09) Niet alleen – Genesis 27:46-29:14
Jakob moet vluchten voor zijn broer Esau. Onderweg verschijnt God aan hem. Jakob ziet een ladder naar de hemel, met engelen die omhooggaan en afdalen. God belooft voor hem te zullen zorgen. Jakob gaat naar zijn oom Laban.

Week 38 (15/09 – 19/09) Is dat eerlijk? – Genesis 29:15-30
Jakob wil trouwen met Rachel, de jongste dochter van zijn oom Laban. Hij werkt er zeven jaar voor, maar na de bruiloft ontdekt hij dat hij getrouwd is met de oudste dochter Lea. Want de oudste dochter trouwt het eerst. Jakob belooft nog eens zeven jaar te zullen werken en mag ook met Rachel trouwen.

Week 39 (22/09 – 26/09) Kunnen we gaan? – Genesis 31:1 – 32:1
Jakob en zijn vrouwen Lea en Rachel hebben een hele familie gekregen. Ook hebben ze veel dieren. Jakob wil terug naar het land waar hij vandaan komt. Zonder het tegen oom Laban te zeggen, vertrekken ze.

Week 40 (29/09 – 03/10) Komt het goed? – Genesis 32:1 -33:17
Jakob en zijn familie gaan zijn broer Esau tegemoet. Bij de rivier de Jabbok worstelt Jakob met een onbekende. Hij krijgt een nieuwe naam: Israël. Want hij heeft gevochten met God en de mensen, en gewonnen. Esau en Jakob verzoenen zich met elkaar.

Week 41 (06/10 – 10/10) Een nieuw begin – Genesis 35
Jakobs twaalfde zoon wordt geboren: Benjamin. Tijdens de geboorte sterft Rachel. Jakob en zijn familie komen terug in het land van vader Isaak.