Kind op Maandag
Het boek Handelingen vertelt hoe de leerlingen van Jezus na Pinksteren verder gingen met zijn werk. We horen vooral over Petrus en over Paulus, die een belangrijke rol speelden bij de verspreiding van het evangelie. In de weken voor of na de zomer lezen we het verhaal van de profeet Nehemia en van de profeet Daniël.
Week 24 (09/06 – 13/06) Nu wordt het anders – Handelingen 9:32-12:19
Na Pinksteren reist Petrus door het land om overal te vertellen over Jezus. In de stad Lydda ontmoet hij Eneas, die al acht jaar ziek in bed ligt. Petrus geneest hem. In de stad Joppe wekt Petrus Tabita op uit de dood. Later wordt Petrus gevangengenomen. In de nacht verschijnt er een engel in de gevangenis, die Petrus bevrijdt. Zo kan hij verder gaan met het verkondigen van Jezus’ boodschap.
Week 25 (16/06 – 20/06) Nu zie ik het! – Handelingen 8:26-13:12
Filippus is een volgeling van Jezus. Hij hoort een buitenlandse man, die leest uit de profetie van Jesaja. Als de man vraagt over wie die woorden gaan, vertelt Filippus over Jezus. Saulus is een tegenstander van de mensen die over Jezus vertellen. Maar als hij onderweg is naar Damascus, verschijnt Jezus aan hem. Saulus (die ook Paulus genoemd wordt) verandert van een vervolger in een verkondiger van Jezus. Samen met Barnabas gaat Paulus op reis om het goede nieuws te verkondigen.
Week 26 (23/06 – 27/06) Is het waar? – Handelingen 16:16-40. 19:21-40
Paulus en zijn helpers komen een meisje tegen dat de toekomst kan voorspellen, omdat ze bezeten is door een geest. Paulus geneest het meisje. Maar omdat de bazen van het meisje nu geen geld meer verdienen aan de voorspellingen, zorgen zij ervoor dat Paulus en zijn helper Silas in de gevangenis terecht komen. Door een aardbeving gaan de deuren van de gevangenis open. In Efeze ontstaat onrust door de verkopers van beeldjes van de godin Artemis: zij verdienen geen geld meer.
Week 27 (30/06 – 04/07) Mij krijg je niet klein – Handelingen 21:27- 39. 27:1-44. 28:16-31
Paulus is terug in Jeruzalem. Daar wordt hij gearresteerd omdat mensen zeggen dat hij zich niet aan de joodse wet houdt. Later gaat hij op weg naar Rome, omdat hij erop staat dat hij als Romeins staatsburger berecht zal worden. Ondanks een schipbreuk komt hij toch in Rome terecht. Daar vertelt Paulus verder over Jezus.
Week 28/34 (07/07 – 22/08) Daar ga ik wat aan doen! – Nehemia 2:1-20, 3-4, 8
De profeet Nehemia is in Perzië, ver buiten Israël. Als hij bericht krijgt over de verwoestingen in Jeruzalem, vraagt hij de koning van Perzië toestemming om terug te gaan. Samen met anderen begint Nehemia aan de herbouw van de stad en de stadsmuren. Als de stad herbouwd is, wordt er gelezen uit de wet van Mozes en feest gevierd.
Week 29/35 (14/07 – 29/08) Dappere Daniël – Daniël 2, 5, 6:1-29
De profeet Daniël is in Babylonië. Hij legt een droom van de koning uit en krijgt een hoge positie. Anderen worden jaloers op hem. Ze maken een wet waardoor Daniël niet meer mag bidden. Als hij dat toch doet, belandt hij in de leeuwenkuil. Maar God zorgt ervoor dat Daniël niets overkomt.